Liturgische schikking |
Johannes 12, 20 – 33
Thema : Loslaten om te leven
Als een graankorrel niet in de aarde valt en sterft, blijft het één graankorrel, maar wanneer hij sterft draagt hij veel vrucht. Joh. 12:24
Loslaten, eenzaam in de aarde vallen en in het donker opnieuw tot leven komen, een leven dat leidt tot vrucht dragen.
Overgeven, loslaten om te leven vanuit de diepte kan grote veranderingen teweeg brengen in het leven van alledag.
De korenaar, de graankorrel en het brood zijn daarvan bijbelse voorbeelden.
Symboliek : De graankorrel is het symbool van het zaad dat in de kern vol zit met leven. Deze kern verwijst ook naar het geestelijke leven dat in ieder mens verborgen zit. Als dit geestelijke zaad gezaaid wordt in de aarde en sterft, dan zal het veel vrucht dragen, De buitenkant moet sterven. Het leven durven loslaten en te verliezen zal een mens bij zijn diepste kern brengen, en dit nieuwe leven vruchtbaar maken.
Uit handen vallen, je overgeven.
Loslaten, gewild of ongewild :
Je leven verandert.
Gij levend Brood, schenk ons in diepe duisternis
vertrouwen en levenskracht,
om los te laten wat leven vanuit een kern belemmert.
Schenk ons kracht om op te staan
als een ander mens, en vrucht te dragen
op eigen wijze.
Ontwerp, uitvoering en foto’s John Kropmans