Frère Roger van Taizé…

Meditatief stripverhaal.

 

1. Ik sta op een bergweide in Zwitserland. Het licht van de lentezon strijkt over het groene gras. Pure frisheid en warmte voel ik door me heen gaan als ik ademhaal tot in het puntje van mijn longen. Ver weg zie ik de sneeuwwitte bergkammen van de Matterhorn.

Heerlijk om te léven

2.    Het is mei in het jaar 1915. De oorlog tussen Duitsland en Frankrijk is in volle gang. Zwitserland is neutraal. Vluchtelingen komen over de grenzen om veiligheid.

Terwijl duizenden soldaten worden neergeschoten in die vuile oorlog van ‘14-‘18, gaat het leven door.

Op 12 mei 1915 wordt een jongetje geboren. Vader Karl Schutz is een Zwitser, moeder Amélie Marsauche is een Française. Ze geven hun nieuwe kindje, de jongste van negen kinderen, de naam:

 Roger Louis

3.    Roger houdt van de natuur. Hij is nu 6 jaar. Als het maar even kan piept hij van huis weg, de hellingen op. Wèl gevaarlijk! Hij is ondernemend.  Hij staat stevig op zijn voeten. Stil ligt hij in het gras, op de loer naar marmotjes die voorzichtig hun snuffelneus uit hun gangen steken. Maar als hij een duik neemt om ze te vangen zijn ze altijd nèt iets vlugger.
4                Als Roger 22 jaar is en zijn ‘VWO’ goed is doorgekomen gaat hij naar de universiteit in Straatsburg. Hij gaat theologie studeren. Van huis uit is hij protestant, maar van zijn grootmoeder, die een wijze en ruimdenkende vrouw is, heeft hij al jong geleerd om ook voor andere geloven en kerken een open oog en hart te hebben. De student Roger is wat je noemt een echte oecumenisch mens, en dat van binnen uit.

5,     In 1940 is Roger al aan de tweede oorlog toe in zijn leven. Hitler hoopt vanuit Duitsland Europa te overmeesteren. Frankrijk is al voor een groot deel bezet gebied.

Wie komt daar freewheelend op zijn fiets de heuvel af? Juist, Roger Schutz, een pas afgestudeerde theoloog, 28 jaar jong.

Ongezien glipt hij de grens over, en rijdt door het prachtige en golvende Bourgondische land van Frankrijk.

Als hij in de buurt van Cluny komt kijkt hij uit naar een plek om te wonen. Het wordt het dorpje Taizé. Wie heeft er ooit van die naam gehoord? Een gat van niks. 

6.    Nou dacht je misschien, dat Roger een leuk vacatiehuisje zocht. Mis! Samen met zijn zus Géneviève die met hem meegekomen is, heeft hij een onderkomen gevonden waar méér plaats is dan voor twee. Precies wat ze wilden.

Want het is oorlog. De Duitsers willen de joodse mensen uitroeien, ze worden als dieren in wagons naar de concentratiekampen versleept. Roger en zijn zus nemen joden-op-de-vlucht in het geheim op in hun huis. Heel gevaarlijk, maar overal maken ze geheime plekken om hen te verbergen als er naar hen gezocht wordt. Theologie en geloven is voor hem: mensen helpen. Practisch.

7.    In 1942 wordt Roger zelf gezocht, hij vlucht terug naar Zwitserland. Maar als de Amerikanen en Engelsen en al die andere soldaten geland zijn op de kust van Normandië in Noord Frankrijk…

Als de Duisters uit steeds meer delen van Frankrijk worden weggejaagd, keert Roger zo snel mogelijk terug naar Taizé. Daar voelt hij zich thuis, dat is de plek waar hij wezen moet.

In 1944 zie je hem weer bezig in en om zijn huis, in de tuin en in de straten er om heen. De buren zijn blij dat ze hem weer zien. Ze bewonderen hem. Ze voelen gewoon zijn menselijke uitstraling en bewogenheid. 

8.    Weer laat Roger zijn hart spreken. De joden hebben nu niets meer te vrezen. Maar er zijn veel Duitse soldaten die krijgsgevangen zijn gemaakt. In lompen en soms gewond zitten ze achter prikkeldraad. Nu zijn zíj de zielige kerels. Er zijn boeven bij natuurlijk, maar nog veel meer jonge jongens die op hun 16e, 17e jaar gedwongen werden om de oorlog in te gaan. Ze hebben vaak niet eens leren schieten. Gewoon jongens eigenlijk voor een 16+ groep.

Roger gaat naar de Franse en Engelse commandanten, zegt wie hij is en wat hij wil. Ze willen liever geen pottenkijkers, maar het gezicht van Roger is zo eerlijk en zo bewogen met die mensen, dat het goede in die ouwe vechtjassen naar boven komt.

Allright, c’est permis, allez monsieur, faites que vous voulez!

Het hek gaat open en Roger loopt naar een groep gevangenen. Ze verstaan elkaar goed, al spreekt Roger Schwitzerdeutsch. De Duitse jongens zijn blij met deze aandacht, ze putten er hoop uit, dat er weer toekomst is voor hen. Ze merken dat die man hen niet veroordeeld, zelfs begrip toont. 

9.                Er is echter meer te doen in en om Taizé. Door de bombardementen en gevechten zijn er ook veel kinderen die hun ouders hebben verloren. Oorlogsweeskinderen. Roger doet wat hij doen kan. Weer staat de vóór- en achterdeur van zijn huis open: plaats genoeg voor die kinderen. En als zijn huis vol is zoekt hij naar andere huizen om ze onder te brengen en te verzorgen. 

10.    Intussen gebeuren en onverwachte dingen. De mensen zijn onder de indruk van wat die Roger doet. “We kunnen hem toch niet alleen laten ploeteren”  lijken ze te denken. ‘Heb je hulp nodig, Roger?’ ‘Ik heb nog 7 kamers in mijn boerderij die ik toch niet bewoon nu mijn kinderen de deur uit zijn, als je ze kunt gebruiken…? ”

“Ik wil wel helpen met de weeskinderen, ben vroeger schooljuf geweest”.

Twee vrienden kwamen naar hem toen, “Roger, wat zou je ervan zeggen als wij met jou gaan samenwerken?” 

 

11.    Je kunt het geloven of niet, in 1949 sloten zeven jonge mannen zich bij hem aan. Legden de kloostergeloften af en werden zijn medebroeders. Niet voor een maand, niet voor een jaar, maar voor het leven!

Nu in 2006 zijn er ongeveer 100 broeders  uit 25 verschillende landen. 

Je vindt ze in Taizé, in de kerk of druk bezig met de honderden, duizenden jonge mensen die er komen. 

12.    1974 organiseerde frère Roger met zijn medebroeders een ‘jongerenconcilie’. Een geweldige ontmoeting met jongens en meisjes uit heel Europa en van ver daar buiten.

Dit concilie mondde uit in de grote beweging van Taizé: “Pelgrimage van vertrouwen op aarde”. Jonge mensen werden gevraagd en aangemoedigd om in hun eigen leven, stad, land of dorp vredestichters en medemensen te zijn. 

13.    Toen op 16 augustus 2005 ’s avonds in de gebedsdienst van 20.30 uur, een verwarde Roemeense vrouw op frère Roger afstapte en hem met een mes zo diep raakte dat hij daaraan stierf, waren er meer dan 2500 jongens en meisjes in de kerk. Bijna niemand had door wat daar precies gebeurde, paniek bleef uit. Het verdriet was groot toen het tot de broeders en de jongens en meisjes doordrong.

Kom je nu bij het oude dorpskerkje van Taizé, dan zie je links naast de ingang het eenvoudige graf, vol met bloemen, met op het kruis de naam: ‘Frère Roger’.

Het graf en het kruis zijn net zo groot als van de andere broeders die er  al begraven lagen. Geen praalgraf dus voor deze eenvoudige monnik

14     Frère Roger heeft een klein gebeden- boekje gemaakt: ‘Bidden in de stilte van je hart.’ (Kampen, 122 blz. € 12,50). 

Hij heeft ook zijn gedachten over zijn lievelings ikoon nagelaten. De ikoon die je hier ziet. Hij wordt ‘vriendschapsikoon’ genoemd.

Het is een oude koptische afbeelding uit de zevende eeuw: Christus staat met zijn arm om Menas' schouders. Menas was een soldaat die kluizenaar werd en toen de marteldood is gestorven. Een radicaal mannetje dus.Christus draagt een mooi en dik boek in zijn armen: de bijbel, het Woord van God, dat Hijzelf is.Menas een klein boekrolletje, wat hij ís en heeft, heeft hij van Christus, van God ontvangen. Daarom wijst hij ook naar Christus.Christus duwt Menas niet plat, hij knuffelt hem niet tot hij buiten adem is, integendeel, er is ruímte tussen hen. Christus geeft ook jou alle ruimte en drukt je niet dood. Zouden wij ook die hand van Christus op onze schouders hebben? 

 

Pastor Gerrit Toussaint