Er lag een man voorover op het trottoir en er stonden 2 mensen op een paar meter afstand te kijken. Een dame vroeg aan een voorbijganger of hij 112 wilde bellen. De andere kijker deed ook niks en adviseerde om geen risico te lopen en het slachtoffer niet te bewegen.
De voorbijganger hoorde de liggende man wat mompelen tussen zijn lichtbloedende onderlippen. Hij merkte verder geen verwonding of tekenen van pijn, ook niet toen hij de man zachtjes bewoog. Een poging om zonder hulp de man overeind te krijgen mislukte echter, want de man was erg zwaar en werkte totaal niet mee.
Een eind verderop stond een drietal mannen in het plantsoen en die reageerden verbazend snel op het hulpgeroep. De mannen in hun gele hesjes zetten de liggende man met het grootste gemak op zijn voeten en schuifelden met hem naar zijn flatwoning. Alsof het hun dagelijks werk was.
Even later passeerde er een Getuige van Jehova. Wanneer hij even eerder was geweest had hij de Leviet kunnen uitbeelden uit de parabel van de Barmhartige Samaritaan.
Naar de hoofdrolspelers in die parabel hoefde niemand te zoeken. Dat waren die drie mediterrane mannen in hun gele hesjes. Ik was toevallig voorbijganger.
Jan Nuijten
Volgens mij is de schrijver kleurenblind, want die gemeentewerkers dragen altijd hesjes in een oranje kleur.